Het Nationaal Orkest van België stond duidelijk te springen om nog een laatste keer alles uit de (klank)kast te halen. Dat gold in het bijzonder voor dirigent James Feddeck die als een volbloed Amadeus op en neer wipte. Na een sprankelende Mozart (Symfonie nr. 31, KV 297) volgde een grootse Schubert (Symfonie nr. 9, D 944). En een daverend applaus dat op zijn minst tot 19 november moet nazinderen.
Gisteren woonde ik een concert bij van de ravissante toppianiste Eliane Rodrigues. Onder de toeschouwers de genaamde Luc. D. D. is de gewezen decaan van de faculteit waaraan ik een tiental jaar geleden afzwaaide. Ik herinner me hem als een kleurloze, ietwat hautaine figuur. Het soort prof dat de bevlogenheid ontbeert om aula's te vullen. Ik kan dit zeggen, want ik had de pech om hem meermaals te horen speechen en beging bovendien de fout om in mijn masterjaar een keuzevak bij hem te volgen. Nooit gedacht dat naamkunde zo saai kon zijn. Terug naar Rodrigues. Zij bracht een feilloze ode aan Chopin en kon na elk stuk dan ook op bijna unaniem applaus rekenen. Bijna, want één toeschouwer kreeg, ondanks een paar schijnmanoeuvres, de handen niet op elkaar: Luc. D. Mogelijk is D. van mening dat alleen het plebs applaudisseert voor musici. Of het moet zijn dat er iets grondig mis is met zijn motoriek, want Eliane Rodrigues heeft alles waaraan het hem ontbreekt: uitstraling, passie, finesse. Eliane Rodrigues, gezien op 6/10/19, The Sound of Piano (30CC)
Loro ●●●○○ Van: Paolo Sorrentino Met: Toni Servillo, Ricardo Scamarcio, Elena Sofia Ricci (138 min.) Een film naar het leven van voormalig Italiaans premier Silvio Berlusconi moet wel vuurwerk opleveren. Zeker als de regie in handen is van Paolo Sorrentino. Die bewees met La grande bellezza (Oscar voor Beste Buitenlandse Film 2014) dat hij als geen ander de hartenklop van Rome weet te vatten. De openingsscène van Loro is vintage Sorrentino. Een schaap komt nietsvermoedend Berlusconi’s zomervilla binnengetrippeld, waarna het arme dier bezwijkt aan de op hol geslagen airconditioning. Of is het vanwege de doldwaze TV-quiz die van de flatscreens spat? Remember het begin van La grande bellezza. Een argeloze toerist stuikt aan het Forum Romanum ineen onder de loden zon. Of wordt hij overweldigd door de sublieme schoonheid die hem omringt? Op de achtergrond zingt een vrouwenkoor hemelse gezangen. Zo vormen beide scènes elkaars perfecte spiegelbeeld. Sorrentino heeft nog steeds een patent op magisch realisme, al springt hij er in deze biopic wel spaarzamer mee om. Verder is ook Loro een film van losers. Berlusconi die zich fin de carrière voelt, echtgenote Veronica die gedesillusioneerd de scheiding aanvraagt, oud-minister Santino Recchia die pijnlijk uit de gratie valt, hielenlikker Sergio Morra die op het punt staat erin te komen maar het finaal verknalt et cetera et cetera. Sorrentino trapt bovendien niet in de val van de karikatuur. Fetisjacteur Toni Servillo zet een heerlijk ongrijpbare Berlusconi neer. Een geboren opschepper die zichzelf ervan moet overtuigen dat hij het nog wel kan, een gewiekste kameleon met de gave van het woord. Loro heeft meer om het lijf dan pikante lingerie en de nieuwe kleren van Il Cavaliere. Meer nog dan de bunga bunga-excessen onthoud ik van deze tweeënhalf uur durende trip de talloze verbale hoogstandjes. Ik was vast niet de enige die grinnikend de zaal verliet. Onbegrijpelijk dat hier een Duits gedubde versie van bestaat. Toch is Loro er niet boenk op. Daarvoor mist de film evenwicht. De keuze om gaandeweg te focussen op de aardbeving in L'Aquila pakt niet helemaal goed uit. Het tweede deel is te lang uitgesponnen en eindigt verrassend ingetogen. Sorrentino laat na om Loro af te sluiten met een uitroepteken. Macht en Schoonheid. De Arenbergs. Tot 20/1/19 in M-Museum Leuven ●●●○○ Naar aanleiding van het festival Vijf Eeuwen Arenbergs organiseert M-Museum de tentoonstelling Macht en Schoonheid. Als Leuvenaar kan ik deze expo niet links laten liggen. Wie deelde de lakens uit in het kasteel met de karakteristieke hoektorens op de huidige Campus Arenberg? In de eerste zaal maakt vooral de Hongaarse hertogin Julia Hunyady van Kethely (1831-1919) indruk. Haar subtiele portret contrasteert mooi met de nogal voorspelbare staatsieportretten van haar mannelijke voorouders. Dit is een dame met X-factor. Helaas verliest Van Kethely in postkaartvorm veel van haar charme. Echt spannend wordt het pas in zaal 2. Onze contreien waren lange tijd een bloederig strijdperk, en de Arenbergs rekenden zich tot de vechtende stand. Vandaag is dat gelukkig niet langer iets om mee uit te pakken. Van de F-35 was toentertijd nog geen sprake, maar ook een goed georkestreerde cavalerie kon flink wat schade aanrichten. In de volgende zalen verbroederen militaire handboeken met fragiele Japanse prenten en partituren van Antonio Vivaldi. Want behalve vechtjassen waren de Arenbergs ook notoire kunstminnaars. We herkennen werk van Rubens, Jordaens en Dürer. De echte artistiekelingen in het geslacht namen zelf het penseel ter hand. Met kleurrijke aquarellen legden zij het geprivilegieerde leven in hun hoogadellijke kringen vast. Macht en schoonheid, het is een fascinerende spreidstand die curatoren Peter Carpreau, Mark Derez en Anne Verbrugge prachtig in beeld brengen. Nog tot 20 januari in M-Museum Leuven. |